Eén van de eerste dingen ik altijd controleer bij science fictionverhalen is of er – tussen alle ruimtereizen door – nog sprake is van een planeet Aarde. De aanwezigheid ervan betekent dat het verhaal zich afspeelt in ‘mijn’ heelal, waarschijnlijk in de toekomst. Ik gok dat de meeste science fiction tot die groep behoort: hier, straks.
Een bekende uitzondering op zowel plaats als tijdvak is het ‘Long ago in a galaxy far, far away’ van Star Wars. Geciteerde openingszin geeft de filmserie een grote vrijheid om los te opereren van wat wij als mogelijk en onmogelijk beschouwen, bijvoorbeeld door dingen toe te staan die meer op magie lijken dan op wetenschap. We kennen The Force niet op onze planeet, maar dat kan kloppen: onze planeet zit ook niet in het verhaal. Bovendien, waar ‘in the future’ ons automatisch doet denken aan wetenschappelijke ontwikkelingen, aan dingen die we nog gaan ontdekken, roept ‘long ago’ associaties op met mythische figuren en tovenarij, dingen die we juist ‘vergeten zijn’.
En dat zegt weer iets interessants over ons zelfbeeld. We gaan ervan uit dat we in een constante beweging wég van mysterie en náár kennis zitten. Sinds het einde van de Middeleeuwen is zo’n beweging zeker vast te stellen, maar de duistere Middeleeuwen zelf waren een duidelijke ‘kennisdip’ na de wetenschappelijke prestaties uit de Oudheid. De beweging is dus niet constant. We vergeten niet alleen fabels, maar ook feiten.