Dit sterke stukje satire van Jan Veldman (voorgelezen bij De Vorlesebühne op 20 en 21 mei j.l.) verdient een publicatie.
Vroeger hadden we een schoolkrant. Die bestond al jaren, werd geredigeerd door mensen die het konden. De schoolkrant was goed, een beetje saai wel, en onbenaderbaar voor ons, jongerejaars. Toen we ook in de redactie wilden vonden ze dat we eerst nog maar een paar jaartjes moesten groeien. Beetje ervaring opdoen met schrijven en vergaderen. Daar hadden we geen zin in, dus we bedachten iets anders. We schreven een stel vieze gedichtjes, verhaaltjes met beledigende inhoud en cartoons die niet door de beugel konden. Onze bijdragen werden geweigerd. De volgende dag hadden we een eigen krant gemaakt, waarin we de schoolkrant beschuldigden van censuur, kneuterigheid en het niet respecteren van de vrijheid van meningsuiting. En we plaatsten de bijdragen die door de schoolkrant waren geweigerd. Onze krant werd meteen gretig gelezen. De schoolkrant zag dat met lede ogen aan en reageerde door een beroep te doen op goede smaak of zo, waardoor die zich meteen te kijk zette als elitair, ver verwijderd het gewone volk en van de realiteit. Ze probeerden nog een nieuwe editie uit te brengen. Wij kwamen terug met snoeiharde, vaak onterechte commentaren op hun artikelen. Censuur, lievelingetjes van de schooldirectie, en saai, saai, saai, was onze teneur. Ieder klein foutje van hen werd breed uitgemeten. De ondergang van een instituut is minstens zo leuk als het kijken naar een brand dus het was niet verwonderlijk dat onze krant beter werd gelezen dan de officiële schoolkrant. Na een aantal edities en onze keiharde tegenedities gooide de schookrantredactie de handdoek in de ring en gaf ons enkele bladzijden ruimte ‘voor satire en diversen’. Maar dat wilden we niet meer. We wilden de hele krant. Na een emotionele vergadering (waarbij wij eerlijk gezegd meestal moesten lachen) stapte de redactie van de schoolkrant huilend en woedend op. Ons doel was bereikt. Voortaan mochten wij alle kolommen van de schoolkrant vullen. We hebben één editie uitgebracht, daarna begon de verveling al toe te slaan en hadden we er geen zin meer in. De schoolkrant hield op te bestaan, maar we hebben wel gelachen. Laatst sprak ik met een paar vlotte jongens en we vroegen ons af of we niet hetzelfde met de politiek konden doen. Controversen fabriceren, gecombineerd met voortdurend aanvallen op ‘de gevestigde orde’, en alle, zelfs de meest bescheiden kritiek tegen ons opvatten als beledigingen, om zo massa en momentum te creëren om een aantal mensen eens flink op hun donder te geven. De vlotte jongens vonden het een goed idee, zeiden ze, maar ze waren daar al mee bezig.