Soms vragen ze mij: ‘Kasper, waar doe je het nou allemaal voor? Waaraan denk je, waarheen richt je je blik, wat houdt je op de been als je de verschrikkingen van het leven trotseert?’
Ik antwoord: liefde, kunst, intellectuele eerlijkheid en zo voort.
‘Maar Kasper,’ zeggen ze, want zo makkelijk laten ze me niet wegkomen, ‘geven die abstracte ideeën je dan echt voldoende houvast in het heetst van de strijd? Wanneer je met jeuk aan je kop zit te staren naar het saldo van je bankrekening, terwijl de maand nog niet half om is, hoef je dan alleen maar ‘intellectuele eerlijkheid’ voor je uit te mompelen om weer vrolijk een pilsje te kunnen bestellen? Wanneer de buurtkinderen zich verdringen voor je raam om de ongeopende enveloppen door je kamer te zien waaien als je binnenkomt, is de gedachte aan ‘kunst’ dan afdoende om je kapotte perforator en je overvolle ordner te pakken en je lachwekkende administratie bij te werken? Voorkomt het woord ‘liefde’ dat je jezelf ’s nachts probeert te wurgen met een hoofdkussen, nat van tranen, wanneer het zóveelste meisje-’
‘Goed!’ roep ik. ‘Jullie willen weten waar ik het voor doe? Stel je een gewone ochtend voor. Het is zeven uur en het eerste zonlicht strijkt over de daken. Mijn straat is rustig, net als alle mooie plekken op dat tijdstip. Een ekster springt aan de kant voor een fietser. Ik krijg er niets van mee, want weet je waar ik ben om zeven uur ’s ochtends? In bed, droomloos slapend, als een dode. Niets wijst erop dat ik ooit wakker zal worden, maar dan: pieperdepiep! pieperdepiep! pieperdepiep! pieperdepiep! Goedemorgen, elektronisch apparaat, dat mijn behoefte aan slaap beter in kan schatten dan mijn eigen lichaam. Je hebt gelijk: het is weer tijd om te gaan leven. Goedemorgen duivel, ik ben toch zo benieuwd wat je vandaag voor me op gaat boeren! Mij hoor je niet klagen. Ik heb immers zelf het Grote Contract ondertekend, dat elk onverwekt kind wordt voorgelegd en waarin alle nadelen en risico’s van het leven staan opgesomd. O nee, ik vergis me. Dat was het huurcontract van mijn armzalige appartement. Ik heb helemaal niets ondertekend als onverwekt kind. Er is mij helemaal nooit iets gevraagd. En nu vragen jullie mij waar ik het allemaal voor doe? Vraag het aan degene die verzonnen heeft dat wij hier tot in de eeuwigheid moeten staan ouwehoeren!’
8 commentaren