Op speciaal verzoek hier wat gedachten over de discussie tussen bioloog Midas Dekkers en arkbouwer Johan Huibers in het programma Pauw & Witteman op 20 november 2008. (Oei, we gaan steeds verder terug in de tijd. Is dit nog wel actueel, Kasper?)
Dankzij Midas blijven DWDD-taferelen uit, maar nog steeds heb ik het idee dat het werkelijke meningsverschil niet aan de oppervlakte komt. Dekkers is intelligent, geestig en welsprekend, maar ook sarcastisch en neerbuigend. Zijn houding suggereert dat je heel dom bent als je de evolutietheorie niet pikt, maar Genesis gelooft. Hij gaat eigenlijk maar half met de creationist Huibers in discussie. Het lijkt of hij ieder moment kan zeggen: ‘Laat maar. Ik begin hier niet eens meer aan.’ Hoe makkelijk het voor mij ook is deze houding te begrijpen, het is geen correcte houding, of liever gezegd geen effectieve. Wie het al met Dekkers eens is, zal van zijn optreden genieten, maar wie aan de kant van Huibers staat, zal niet snel van gedachten veranderen door de woorden van deze ‘arrogante oude wetenschapper met snor’.
Midas begint uitstekend door, wanneer hem wordt toegevoegd dat hij gelooft in Darwin, meteen te verzoeken bij hem het woord ‘geloven’ maar weg te laten. Inderdaad. We hebben het hier niet over het ene geloven of het andere geloven. We hebben het over wetenschappelijk onderzoek of blinde overtuiging, bevragen of berusten, logica of retorica, inductie of hysterie, deductie of drogredenen. Het is goed dat de discussie gevoerd wordt, maar laat elke zijde dan ook uitkomen voor datgene waar ze werkelijk voor staat. Laat de creationisten niet lenen van de wetenschap waar het hen uitkomt, maar eerlijk zeggen: ‘De wetenschap is een leugenfabriek. Wat ik niet leuk vind, is niet waar. Scepsis is een doodzonde.’ Laat daartegenover een wetenschapper zitten die zegt: ‘Een combinatie van experimenten en logica is vooralsnog de beste manier om tot bruikbare kennis te komen. De waarheid weten is nastrevenswaardig, ook als de waarheid onprettig is. Zonder een kritische houding ten opzichte van de traditie is vooruitgang niet mogelijk.’ Pas dan zal deze discussie met een open vizier gevoerd kunnen worden. Johan Huibers kan zich deze eerlijkheid niet veroorloven, omdat niemand hem dan nog serieus zou nemen. Midas Dekkers kan zich haar wel veroorloven. Daarom is het zo jammer dat het hem niet tijdens het hele gesprek lukt.
Ik schrijf dit niet omdat ik een ‘aanhanger’ ben van Darwin. Ik geloof niet zo zeer in de evolutietheorie, als wel in de verdiensten van de wetenschappelijke methode, die geen heilige wetten produceert maar falsifieerbare theorieën. Het mooie van de evolutietheorie is dat ze ieder moment verworpen kan worden. Als er werkelijk gaten in zitten, zoals men beweert, dan zullen we op zoek moeten naar een aanvullende theorie of een alternatieve theorie met minder gaten. Het scheppingsverhaal is hiervoor in elk geval geen kandidaat, omdat daar juist veel meer gaten in zitten. Wat zeg ik, het is één groot gapend gat. Creationisten denken geheel ten onrechte dat ze maar één steen door de ruit van Darwin hoeven te gooien om de waarheid van hun eigen gammele geschiedenis te bewijzen.
Wat je nu leest is geen mening. Als dit een mening is, bestaan er geen feiten. Geloof je niet in feiten? Prima. Alsjeblieft. Een wereld zonder kennis, waarin elke uitspraak even waar is. Ik wens je er veel succes mee.
Voor de video van dit gesprek, klik hier.
Eén commentaar