Skip to content

Middelen en doelen

Het woord ‘terrorisme’ is, wanneer het gebruikt wordt om een bloedbad mee aan te duiden, een eufemisme. Door consequent dit woord te gebruiken voor het recente geweld in Parijs en elders, drapeert men het vermeende einddoel van de misdadigers – mensen angst aanjagen – over de middelen heen, die veel gruwelijker en strafbaarder zijn dan het doel en bovendien doelen zijn op zichzelf. Het voornaamste middel was in dit geval massamoord, een helder en algemeen bekend begrip, dat ik nauwelijks terugzie in de berichtgeving. Het woord ‘terrorisme’ is echter overal, alsof het belangrijker is dat er mensen bang gemaakt worden dan dat er mensen vermoord worden.

Het stáát heel wijs om het doel te vermelden in plaats van de middelen. Daar gaat het de daders toch om? Wat is er mis mee dat we de nadruk leggen op de essentie?

Ik ben er niet zo zeker van dat angst echt het einddoel is van de jihadisten. Ze zeggen zélf dat hun einddoel het paradijs is en inderdaad, een op het eerste gezicht absurde daad als een zelfmoordaanslag wordt ineens begrijpelijk, indien je een geloof in het paradijs veronderstelt. Dus als men deze daden wil vernoemen naar het geloofwaardige einddoel dat de jihadisten zelf de hele tijd communiceren, dan zou men ze geen ‘terrorisme’ moeten noemen, maar ‘paradijsgang’. Ook cynische jihadisten die dit geloof slechts voorwenden om lager geplaatsten het vuile werk te laten opknappen, hebben volgens mij niet angst als einddoel, maar persoonlijk gewin, dat zij verkrijgen door middel van leugens en geweld – en, inderdaad, angst. Nemen we hen als maatstaf en richten we ons op hun einddoel, dan zouden we de misdaden ook geen ‘terrorisme’ moeten noemen, maar bijvoorbeeld ‘zelfverrijking’.

Deze termen komen mijns inziens dichter bij de essentie van het huidige islamistische geweld dan ‘terrorisme’, maar evenals ‘terrorisme’ gaan ze voorbij aan de gebruikte middelen, die heel belangrijk zijn, waardoor de termen onacceptabel vaag en mild klinken.

Een risico van dergelijke eufemismen is dat veel minder ernstige vergrijpen met een vergelijkbaar verondersteld einddoel onder dezelfde noemer geplaatst kunnen worden. Is Geert Wilders niet óók bezig met terroriseren? Oké, hij doet het middels toespraken en moties, niet middels bommen en kalasjnikovs, maar het einddoel is hetzelfde. Wilders is dus ook een soort terrorist, net als Marine Le Pen en Donald Trump. Je kunt ook nog verder gaan – zoals de politiek correcte lobby doet – en stellen dat de cartoonisten van Charlie Hebdo moslims terroriseerden door de profeet af te beelden. Een woord als ‘terrorisme’ vergemakkelijkt dit schadelijke en luie relativisme, waarbij moeilijk vast te stellen intenties als ‘angst zaaien’ en ‘kwetsen’ belangrijker worden gemaakt dan de aan- of afwezigheid van (al dan niet dodelijk) geweld.

Toch worden middelen niet categorisch ondergeschikt gemaakt aan doeleinden. Sterker nog, wanneer opiniemakers die geweldloze en gewelddadige ‘terreur’ aan elkaar gelijkstellen zich uitspreken over Amerikaanse luchtaanvallen in Syrië, lijken ze juist alleen maar oog te hebben voor de middelen en helemaal niet voor de doelen. Het doet er dan ineens niet meer toe dat de bommen gegooid worden met het doel IS te verzwakken. Het gaat erom dat er bommen gegooid worden. Punt. En daarbij vallen ook onschuldige slachtoffers. Punt. Deze droge feiten zijn nu voldoende om de VS te beschuldigen van: terrorisme. Eenzelfde morele gelijkstelling vindt plaats, maar nu op basis van overeenkomstige middelen in plaats van overeenkomstige doelen.

Vervolgens wordt normaliter een sterk oorzakelijk verband gesuggereerd tussen ‘ons’ en ‘hun’ terrorisme. De drijvende kracht hierachter lijkt een verlangen de schuld gelijkelijk over alle partijen te verdelen of zelfs de schuld met name bij de ‘westerse beschaving’ te leggen, ook als dit oneerlijke vergelijkingen vereist.

Nadat men geconcludeerd heeft dat terrorisme ons bedreigt, terrorisme in allerlei vormen en uit allerlei richtingen, terrorisme buiten ons, maar vooral ook terrorisme in onszelf, terrorisme dat weer terrorisme uitlokt in een eindeloze neerwaartse spiraal, ligt het voor de hand de oplossing even vaag en slap te formuleren als het probleem. De terroristen willen ons in de eerste plaats bang maken. Daarom heten ze ook terroristen. En wat is het tegenovergestelde van angst? Nou, vertrouwen natuurlijk. Blind vertrouwen in de medemens. En liefde en respect. Laten we dus geen giftige satire meer bedrijven, ook al valt dit onder de vrijheid van meningsuiting. Laten we niet investeren in onze inlichtingendiensten en marechaussee, ook al is er een reële dreiging. Laten we de islam beschermen tegen de religiekritiek waar we het christendom en jodendom wel (terecht) aan blootstellen, ook al weten we heel goed waar de I in IS voor staat. Laten we geen oorlogstaal spreken tegen een openlijk theocratisch, expansionistisch ‘land’, dat zijn eigen burgers knecht, martelt en slacht en dat onze burgers doodschiet op ons eigen grondgebied. Daarmee continueren we slechts de terrorismespiraal en geven we de terroristen hun zin.

Onze angst een stem geven is volgens mij niet hetzelfde als de jihadisten hun zin geven, omdat ik, zoals ik al schreef, betwijfel of angst hun ultieme doel is. Bovendien denk ik dat het beantwoorden van deze moorden met een charme-offensief net zo goed een uiting van angst is als zeggen dat de grenzen dicht moeten. En zelfs áls we de jihadisten hun zin zouden geven, wil dat nog niet zeggen dat het voor ons slecht afloopt. Een voorspelling en expliciet verlangen van IS is een confrontatie met het leger van de ongelovigen op de vlakte van Dabiq, waarnaar de groep ook zijn glossy vernoemde. De IS’ers denken dat Jezus dan zal terugkeren en het einde der tijden zal inluiden; ik denk dat ze gewoon gaan verliezen. In theorie kun je dus winnen van de terroristen door hen precies hun zin te geven.

Mij lijkt het raadzaam dat men zelf eens wat doelen opstelt, in plaats van te doen wat men denkt dat het tegenovergestelde is van wat men denkt dat de tegenstander wil. Een goed begin hiervan zou zijn wat minder vaak het discutabele ‘terrorisme’ te gebruiken en wat vaker het ontnuchterende ‘massamoord’. Dat is tenslotte het grootste terugkerende misdrijf van de jihadisten. Je zou er ook nog ‘massamoord met theocratisch oogmerk’ van kunnen maken; dan heb je middel en doel in één keer te pakken.