Skip to content

De Wereld Doet Dom

De Wereld Draait Door vind ik één van de kwalijkste programma’s op de Nederlandse televisie. Alle belangrijke mensen verschijnen er en niemand wordt er ooit echt aan de tand gevoeld. Er volgt nu een analyse van een concrete situatie waarin Matthijs van Nieuwkerk als interviewer volledig faalt.

9 november 2009. Bram Moszkowicz zit aan tafel. Hij verdedigt Geert Wilders in de ‘haatzaaizaak’. Herman van Veen heeft onlangs de PVV met de NSB vergeleken, wat tenminste in zoverre klopt dat beide zeer rechtse, patriottistische bewegingen te noemen zijn, zonder interne democratie en met steun van De Telegraaf. Moszkowicz maakt hier geen werk van, omdat Geert dat niet wil, maar wijst er wel op dat Van Veen met zijn opmerking twee miljoen burgers beledigt en Wilders demoniseert en we weten waar dat toe kan leiden. Hij gebruikt hier feitelijk drie argumenten: (1) er wordt indirect aangezet tot geweld, (2) er wordt een groep mensen beledigd en (3) die groep is groot volgens de peiling van Maurice de Hond.

Deze argumenten zijn alledrie zwak, want hypocriet tot op het bot, maar ze zijn ook weer niet éven zwak.

Van de fatale gevolgen van demonisering van een publieke persoon hebben we een duidelijk precedent, dat zich maar beter niet kan herhalen, dus daar gun ik Bram nog wel enige ruimte.

Groepsbelediging is in Nederland echter aan de orde van de dag. We doen het allemaal. Het verschil tussen bekritiseren en beledigen hangt helemaal af van de teenlengte der aangesprokene. De wet die dit strafbaar stelt is ridicuul. Je zou om te beginnen álle cabaratiers kunnen arresteren, op Guido Weijers en Jochem Myjer na, en die lul van de Mediamarktreclame. (Het is daarom een saillant detail dat Youp van ’t Hek zich onder de aanklagers van Wilders bevindt.)

De macht van het getal, ten slotte, is gewoon een drogreden. Als het aantal aanhangers van een ideologie een limiet zou stellen aan de hoeveelheid kritiek die op die ideologie geleverd mag worden, dan zouden we alleen kleine problemen aan mogen pakken en geen grote. Een beetje kritische interviewer zou iemand die zoiets zegt gelijk moeten vloeren.

Laten we nu eens kijken naar wat Matthijs doet. De hypocrisie stipt hij een paar keer aan met een halve opmerking, dus daar zit hij goed, al mag het iets harder. Maar welke van de drie argumenten denk je dat hij gaat aanvallen? Precies, het sterkste. Hij verdedigt de demonisering, doet er zelfs nog een schepje bovenop door te beweren dat onlangs wetenschappelijk is aangetoond dat Geert Wilders een racist is. Vervang racist door antichrist, een even subjectieve term, en je ziet meteen hoe grof de autoriteit van de wetenschap hier misbruikt wordt. Moszkowicz valt hem hier terecht op aan.
‘Dus u verwijst dat onderzoek naar de prullenbak?’ probeert Van Nieuwkerk nog, ernstig fronsend.
Subtekt: dus wetenschap is onzin, meneer Moszkowicz, wilt u dat zeggen? Eigenlijk heeft Matthijs hier al verloren.

Martin Simek (tafelheer? ik weet niet hoe het daar allemaal werkt) komt tussenbeiden en zegt een paar dingen die Van Nieuwkerk had moeten zeggen, bijvoorbeeld dat Van Veen de PVV maar gedeeltelijk met de NSB heeft vergeleken en dat die vergelijking gedeeltelijk ook klopt. Dat betekent niet dat alle PVV-stemmers NSB-ers zijn. Moszkowicz wijst erop dat deze bewering weliswaar niet letterlijk wordt gedaan, maar dat de tendens er wel is en dat draagt bij aan de demonisering et cetera. Van Nieuwkerk komt vervolgens met de uitspraak van Wilders dat ‘Pechtold en Van der Laan handlangers zijn van Mohammed B.’ en vraagt Moszkowicz om zijn mening. Die kan Bram natuurlijk mooi inkoppen door te zeggen dat dit waarschijnlijk – hij had het nog niet met de baas besproken – Wilders’ begrijpelijke reactie was op de demonisering die hij net noemde.

Nu het sluitstuk, het meesterwerk. We komen erachter dat Matthijs de meest provocatieve vraag voor het laatst heeft bewaard. Hij stelt hem daarom snel en terloops, als een echte prof.
‘Stemt u op de PVV?’
Dit is zo verschrikkelijk ongepast dat de doorgewinterde advocaat er even door van slag lijkt. Hij krijgt een strikvraag voorgeschoteld. Zegt hij ‘ja’, dan is hij onderdeel van het wetenschappelijk aangetoonde racisme. Zegt hij ‘nee’, dan is hij dubbelhartig, niet echt betrokken bij zijn cliënt. Beide zijn belachelijke aantijgingen en dat is precies waarom de vraag er helemaal niet toe doet.
‘Gaat u me dat nou echt vragen?’ zegt Bram.
‘Ik héb het al gevraagd!’ hapt de kritische journalist.
Moszkowicz denkt even na en antwoordt dan: ‘Vooralsnog niet.’
Door uiteindelijk toch antwoord te geven laat hij Van Nieuwkerk zijn onbetamelijke vraag houden, zoals Matthijs hem eerder zijn twee miljoen beledigde burgers liet houden. Eind goed, al goed.

Volgende keer de tweede analyse, waarin Van Nieuwkerk zich schuldig maakt aan precies datgene waar hij Moszkowicz mee weg laat komen. Voor de video van dit gesprek, klik hier.

2 commentaren