Skip to content

Water (deel 4)

Het vreemdste was dat Jozef aan alles kon denken wat hij wou, zonder boos te worden. Minutenlang dacht hij aan zijn broer, met wie hij ruzie had sinds het op de fles gaan van hun café, maar denk je dat hij ook maar één keer de behoefte voelde takken van de boom af te breken? Hij was gewend dat rond deze tijd van de dag bijna iedere gedachte hem boos maakte. Het soort nadenken dat hij nu deed, leidde alleen maar tot meer nadenken.

Zijn gedachten waren nog precies even gemeen, dat wel. Of gemener. Jozef verzon ingenieuze manieren om zijn broer te vermoorden en beleefde daar veel plezier aan. Een opgespannen stuk kippengaas met zo’n rotvaart op hem afschieten dat hij in blokjes uit elkaar valt! Stiekem iedere nacht een liter bloed bij hem aftappen en een liter pis van zijn eigen hond injecteren! (De dokters staan voor een raadsel.) Zijn vrouw scalperen en hem in die haren laten stikken! De middag vloog voorbij.

(Wordt vervolgd.)