Skip to content

Voorzienigheid

Ik moest even zoeken naar één van mijn sloffen. Ik had ze de vorige avond anders uitgetrapt dan anders. Ik was ook in een andere stemming dan anders, droeviger.

Hee kijk, de vader van Patrick. Rood windjack, kort grijzend haar, bakkebaarden, gezicht als een zeem, beetje pokdalig. Gisteren in de bus zag ik hem. Samen reden we door Tilburg. Tilburg is moe, zag ik. En hij in zijn rode windjack, zijn getrouwde mannenjack, hij maar vertellen over de sombere toekomst van Nederland. Studeren wordt weer voor de rijken, zei hij. Maar hij glimlachte er wel bij. Glimlachen wordt zeker ook weer voor de rijken.

Toen ik bijna thuis was, had hij me zo in het nauw dat ik maar als een echte katholiek over de Voorzienigheid begon. We kijken wel wat de Voorzienigheid brengt, zei ik. Net als mijn opa. Die maakte kerkramen en geloofde in de Voorzienigheid. Dat was voor hem de duif. Hij zal niet de stationsduiven hebben bedoeld, die rafelige suïcidale beestjes met stompjes als pootjes. Als dat de Voorzienigheid is, dan zal de vader van Patrick wel gelijk krijgen.

2 commentaren