Skip to content

Het halfelfstatement

Vanmorgen word ik om halfelf wakker. Mijn wekkerradio staat afgesteld op Radio 4. Dat staat hij al jaren. In de rubriek Het Klassieke Hart van… introduceert Ronald Giphart Kleine Dreigroschenmusik van Kurt Weill met een persoonlijke anekdote. Zes jaar geleden had hij, ter gelegenheid van een concert waar ook dit muziekstuk werd gespeeld, een lied geschreven voor een Duitse zangeres, die speciaal uit Berlijn kwam om het te zingen. Op de dag van de uitvoering werd Theo van Gogh vermoord. Toen Giphart het nieuws vernam, wilde hij alles afblazen. Maar de directeur van de concertzaal zei: ‘Nee. We moeten juist doorgaan. Als statement.’ En ze gingen door.

Voor de duidelijkheid: dit concert had helemaal niets te maken met Theo van Gogh of zijn werk. Giphart en Van Gogh waren ook geen intimi, al las ik dat ze samen aan een filmscript werkten. In een praatje dat Giphart die avond hield, om het statement kracht bij te zetten, verwarde hij Van Gogh op gênante wijze met Fortuyn; de clou van de anekdote. Ik begrijp dus niet hoe de moord op Van Gogh een serieuze reden kan zijn geweest om het concert af te blazen. Nog minder begrijp ik waarom we het tóch doorgaan van het concert als een statement zouden moeten zien. Was het een statement dat er die avond tóch een trein heeft gereden tussen Tilburg en Breda?

Ik kijk weer op de klok van mijn wekkerradio. Het is niet meer precies halfelf, maar wel ongeveer, en in mijn halfslaap vermengt de anekdote zich met de klok, tot ik me ervan bewust word dat ook ík een statement kan maken, hier en nu. Het ligt voor de hand het tijdstip halfelf, dat symbool voor onvergeeflijke luiheid, aan te grijpen om snel uit bed te komen. Ik maak dus een statement, als ik juist nog even blijf liggen. Zo is het. En Ronald Giphart laat ik voorlopig ook liggen.