Skip to content

Heilige teksten

Weet u het nog? Op maandag 17 maart 2008 zaten Harry de Winter en Hans Jansen tegenover elkaar in het praatprogramma Pauw & Witteman. Onderwerp was de Islam. De Winter had middels een advertentie op de voorpagina van De Volkskrant betoogd dat Geert Wilders al lang zou zijn afgeserveerd wegens antisemitisme, als hij over joden zou zeggen wat hij nu over moslims zegt. Jansen bracht een boekje uit met de titel Islam voor varkens, apen, ezels en andere beesten, waarin hij uitlegt geeft over – en waarschuwt voor – de Koran en de Sharia (islamitische wetgeving).

Volgens De Winter is het onverstandig een dergelijk boekje uit te brengen op een moment dat moslims zo onder vuur liggen in de politiek. Als voor de heilige teksten van moslims gewaarschuwd moet worden, dan óók voor die van joden en christenen. Bevat het Oude Testament soms geen homohaat, genocide en vrouwenonderdrukking?

Jawel, zegt Jansen, maar het Oude Testament heeft een verhalende vorm, terwijl de Sharia bestaat uit plichten, aanbevelingen en verboden voor elke moslim in elke tijd. Beide boeken zijn bloeddorstig, maar alleen het tweede zet ook daadwerkelijk aan tot actie.

Harry de Winter wordt boos. ‘Het kwaad is het fundamentalisme!’ roept hij. Op De Winters afsluitende vraag wat hij nu met zijn boek hoopt bereiken, antwoordt Hans Jansen duidelijk geagiteerd: ‘Dat blinde mannetjes als u eens kennisnemen van wat er bij andere godsdiensten omgaat, want ik heb het gevoel dat u dat niet wilt weten.’

De heilige geschriften in kwestie heb ik geen van alle gelezen. Misschien zal ik ze ooit lezen, misschien niet. De reden waarom ik toch durf te spreken, is mijn overtuiging dat het probleem van heilige geschriften meer in het heilige deel zit, dan in het schriftelijke deel.

Bovenstaande komt overeen met De Winters afwijzing van fundamentalisme in het algemeen, los van de specifieke teksten waarop de fundamentalisten zich baseren. Maar ook Hans Jansen legt deze nadruk door te zeggen: ‘Het gaat er bij de Islam nooit om wat de teksten letterlijk betekenen, dat is glashelder. Het gaat erom in hoeverre ze moeten worden toegepast en wie ze toepast. Dat is in het Jodendom in zekere zin ook zo.’ Ik denk dus dat de heren meer op één lijn liggen dan de hitte van hun gesprek doet vermoeden.

Misdaden worden gepleegd door mensen, niet door boeken.

Eén commentaar